Parel hagedis ( Timon Lepidus )
Nederlandse naam: Parel hagedis
Wetenschappelijke naam: Timon lepidus
Herkomst: Portugal, Spanje, Frankrijk, Italië
Leeftijd: 15 - 20 Jaar.
Dagtemperatuur: 35 - 45°c
Luchtvochtigheid: 40 - 60%
Geboorte: Ei leggend
Activiteit: Dagactief
Wetgeving: Cites B
Klimaat: subtropisch
Verblijf: Terrarium met minimale afmetingen van 120x50x50
Nachttemperatuur: 15°c
Van nature
In natuurlijke omstandigheden leven parelhagedissen in droge, rotsachtige gebieden met weinig vegetatie. Het klimaat is er warm gematigd, met tijdens de zomermaanden dagtemperaturen van 35 tot 45 °C en ’s nachts temperaturen niet lager dan 10 °C. De parelhagedis is overdag actief en dan vooral tijdens de koelere uren van de ochtend en avond. Gedurende de heetste uren van de dag zoekt het dier beschutting voor de zon in rotspleten, olijf- en druivengaarden of het struikgewas. Zoals alle reptielen is de parelhagedis koudbloedig en regelen ze de lichaamstemperatuur door actief de warmte of koelte op te zoeken. De warmte versnelt het metabolisme en helpt zo met de processen in het lichaam zoals de vertering. Tijdens de wintermaanden houdt de hagedis een winterslaap om de koude te overleven en slaapt hij veel en eet en beweegt hij weinig tot niet. Vooral roofvogels en slangen jagen op parelhagedissen, maar ze vallen ook ten prooi aan zoogdieren zoals de lynx of marter. Deze diersoort is schuchter en begeeft zich nooit ver van een schuilplaats. Het zijn voornamelijk insecteneters die zich in het wild voeden met een gevarieerd dieet van regenwormen, pissebedden, vogeljongen en bloemen. Het dier deinst er ook niet voor terug om gevaarlijke prooien, zoals schorpioenen of gordelduizendpoten aan te vallen. Bij gelegenheid eten ze ook bessen en vruchten. Parelhagedissen zijn de grootste hagedissensoort in Europa. Ze kunnen uitzonderlijk 70 tot 80 cm groot worden. Doorgaans wordt een mannelijk dier 50-60 cm, waarvan de staart 2/3e uitmaakt. Vrouwelijke dieren zijn meestal kleiner en worden veelal niet groter dan 50 cm waarvan de staart 2/3e beslaat. Naargelang de leeftijd en het leefgebied verschilt de wildkleur, maar meestal heeft de parelhagedis (Timon lepidus) een groene lichaamskleur met een fijn, zwart luipaardpatroon op de rug en blauwe vlekken op de flanken. Mannelijke dieren hebben een forsere kop en op de flanken grotere vlekken, de jongen hebben een licht-olijfkleurige lichaamskleur. Het dier dankt zijn naam aan de kenmerkende vergrote en korrelige schubben die lijken op parels. De ogen van een parelhagedis zijn goed ontwikkeld en de communicatie met soortgenoten gebeurt meestal via visuele signalen. Ze reageren op kleur, bewegingen en houdingen van soortgenoten. Tijdens de paarperiode spelen ook geuren een rol en vinden ze potentiële paarpartners door geursporen. Mits een goede verzorging en huisvesting kan een parelhagedis 15 tot 20 jaar oud worden.
Huisvesting
Een volwassen koppel heeft een terrarium nodig van minimaal 120 x 50 x 50 cm (lengte x breedte x hoogte). Hoe groter het terrarium, hoe beter je voldoet aan de behoeftes van je parelhagedis. Het zijn typische bodembewoners die weinig klimmen, voorzie dus zeker genoeg grondoppervlakte. Met een goed sluitende overkapping voorkom je dat het dier zich aan de rand optrekt en ontsnapt. Plaats het terrarium op een stevige ondergrond en op een rustige plaats. Trillingen kunnen voor stress zorgen. Voorzie een ondoorzichtige achterwand in het terrarium, dan voelt het dier zich beschut en veilig. In het terrarium moeten de volgende zaken aanwezig zijn: • een zonneplaats op lage boomstammen of vlakke rotsen met een uv- en warmtelamp erboven • een koelere plek met grote boomstammen of vlakke rotsen • een schuilplaats op een warme én een op een koele plek • een thermometer • voldoende loop- en graafruimte • een ondiepe waterschaal • een legbak in het verblijf van volwassen vrouwelijke dieren 3.1.1 Gezelschap Parelhagedissen kunnen in gevangenschap zowel alleen als paarsgewijs of in groepjes gehouden worden. 3.1.2 Bodembedekking en inrichting Als bodembedekker is een diepe laag speciaal reptielenzand gemengd met kleizand geschikt. Voorzie een laag van ongeveer 20 cm zodat het dier kan graven. De dieren durven weleens het substraat oppikken als ze een prooi vangen, dus gebruik geen grind en fijne bodembedekkers zoals houtschaafsel. Gebruik ook geen dennenboom- en cederhoutkrullen en krantenpapier want die zijn mogelijk giftig. Hou de bodem droog en proper.
Plaats lage platte rotsen en boomstammen zodat er veel schuilplaatsen ontstaan. Zet zware stenen en rotsen altijd direct op de bodem van het terrarium, nooit op de bodembedekking. Zo voorkom je dat de stenen kantelen als het dier in de bodembedekking graaft, en voorkom je dat het dier gewond raakt. Omdat ze niet zo goed klimmen, voorzie je lage “opstapmogelijkheden” zodat ze een iets hoger gelegen plek zoals op een rots kunnen bereiken. Besteed veel aandacht aan schuilplekken en de zonneplek. Hou er rekening mee dat de elementen in het terrarium het gewicht van de volwassen hagedis moeten kunnen dragen. Met een horizontaal geplaatst stuk hout of een platte steen onder de warmte- en lichtbron kan het dier zelf bepalen hoe dicht het bij de lamp zit. Voorzie een extra hol of een beschutte kuil met licht vochtig graafmateriaal, zoals mos of kokosvezel, want daar vindt het dier verkoeling. Een jong dier heeft veel zulke schuilplekken nodig. 3.1.3 Temperatuur Voor de parelhagedis moet de temperatuur ‘s nachts dalen tot lager dan 20 °C en overdag mag die oplopen tot 22 tot 29 °C in de koude delen van het terrarium. Met een tijdklok kan je de temperatuur ’s nachts aanpassen. Op de lokale zonneplaats moet de temperatuur oplopen tot 40 à 45 °C. Een thermometer in het terrarium is noodzakelijk, zodat je de minimum- en maximumtemperatuur goed kan opvolgen. Om oververhitting te voorkomen plaats je het terrarium nooit rechtstreeks en volledig in het zonlicht. 3.1.4 Water en de luchtvochtigheid Voorzie een ondiepe drinkbak die permanent in de warme zone van het terrarium staat. Ververs het water dagelijks Voor de parelhagedis die van nature in een relatief droge omgeving leeft, moet de luchtvochtigheid tussen 40 tot 60% blijven. Een te hoge luchtvochtigheid kan infecties in de hand werken en luchtwegenproblemen veroorzaken, maar met een hygrometer kan je de luchtvochtigheid controleren. Besproei het dier 1 à 2 maal per week met water uit een plantenspuit en bij voorkeur ’s ochtends, om dauwdruppels na te bootsen. 3.1.5 Uv- en warmtelamp Een parelhagedis is actief tijdens de dag, en daarom is een lichtbron zoals een uv-lamp onmisbaar voor de gezondheid van je dier. Met name uv-B-licht is cruciaal voor de aanmaak van vitamine D3. De uv-lamp en warmtelamp moeten, afhankelijk van het type lamp, van op 20 tot 30 cm rechtstreeks op de lokale zonneplaats van het dier schijnen. De afstand is echter mede afhankelijk van het type lamp en de wattage, volg dus steeds de aanwijzingen uit de bijsluiter. Ideaal zijn er meerdere niveaus onder de lamp, of plaats je een lange horizontale boomstam of een platte steen onder de lamp zodat het dier dichter of verder van de lamp kan gaan zitten. Om zeker te zijn dat er voldoende uv-licht is, kan je een uv-spectrummeter gebruiken of de uv-lamp tijdig vervangen zoals is voorgeschreven in de bijsluiter. Glas en plastic houden uv-straling tegen. Terrariums met roosters laten wel uv-licht door van de lamp die erboven geplaatst wordt of van het zonlicht. Een rooster wordt ook gebruikt omdat het dier dan niet bij de lamp kan komen en zich niet kan verbranden. Een warmtelamp of combinatielamp warmte/uv-B is eveneens noodzakelijk. De parelhagedis is een grote hagedis en heeft mogelijk een rij van enkele kleinere warmtelampen of een warmtelamp met een diameter van 25 cm nodig. Omdat het dier plaatselijke oververhitting niet goed kan inschatten, zijn warmtematten, warmtekabels en warmtestenen niet geschikt. Het belangrijkste is dat het dier zich niet rechtstreeks of onrechtstreeks kan verbranden: er moet absoluut vermeden worden dat de hagedis aan een warmte- of lichtelement kan komen. Daarom worden lampen best in een afzonderlijk compartiment van het terrarium geplaatst, bijvoorbeeld door een rooster aan te brengen tussen leefruimte en lampgedeelte. Voorzie daarnaast zeker schuilplekken op een warme én koele plaats waar het dier beschutting kan vinden voor het licht en/of warmte.
3.1.6 Dagelijks lichtritme en de seizoenen Deze hagedissen hebben in de zomer elke dag 12 tot 14 uur daglicht en 12 tot 10 uur duisternis nodig. Met een tijdklok kan je het aantal lichturen per dag nauwkeurig regelen. In natuurlijke omstandigheden gaan ze in winterslaap wanneer de temperatuur in hun natuurlijk leefmilieu sterk daalt. Voor gezonde dieren in gevangenschap en indien je wilt kweken is het aangeraden deze omstandigheden na te bootsen. Het is belangrijk dat de hagedis in optimale conditie verkeert vóór hij in winterslaap gaat. Niet fitte dieren mogen geen winterslaap houden. Tijdens deze periode zal het dier vertragen en minder eten. De temperatuur en lichturen moeten geleidelijk verminderen. Dat is een delicaat proces waarvoor je vooraf beter advies vraag aan ervaren kenners van de diersoort of een dierenarts met kennis van reptielen. 3.1.7 Verrijking Door nieuwe prikkels te geven stimuleer je het dier en doorbreek je zijn dagelijkse routine. Verrijking1 kan bijvoorbeeld bestaan uit variatie in schuil- en ligmogelijkheden. Maak slim gebruik van de beschikbare ruimte om het terrarium complexer te maken. Als het dier een goed verblijf heeft, zal het zich beter ontwikkelen en actiever zijn. Activeer het voedselzoekgedrag door voedselverrijking aan te bieden in de vorm van vliegende insecten of verstop meelwormen in de holte van een rots of boomstam. Verdiep je in de kenmerken van zijn natuurlijke omgeving om nog meer tegemoet te komen aan de behoeften en interesses van je dier. Let goed op wat het dier prettig vindt, want ieder dier is uniek. Het is een goed teken als het onderzoekend en nieuwsgierig is. Kijk dagelijks naar het dier om zijn gedrag en behoeftes te leren kennen. Een passief dier dat weinig gebruik maakt van de ruimte, is mogelijk ziek of geeft aan dat de omgeving niet goed voldoet of te koud is. Naar manieren zoeken om het leven van je dier te verrijken is leuk, zowel voor mens als dier!
Voeding
Parelhagedissen eten hoofdzakelijk insecten of andere ongewervelden en/of larven en wormen. Probeer een volwassen dier zo gevarieerd mogelijk te voeren met een dieet van 95% dierlijk voer en 5% fruit. Dierlijk voer zoals levende krekels, kakkerlakken, motten, slakken en sprinkhanen zijn geschikt. Wormen en larven (bv. moriowormen, meelwormen, dola’s en wasmotlarven) zijn iets vetter voer en mogen met mate gegeven worden. Door het geprepareerde voer op een voederplank of in een schaal aan te bieden voorkom je dat het dier de bodembedekking met het voer naar binnen werkt en een darmverstopping krijgt. In de dierenwinkelzijn verschillende maten van insecten te koop, van zeer klein tot groot. Het is belangrijk dat je de juiste maat kiest in functie van de grootte (leeftijd) van je hagedis. Een vuistregel is dat de insecten niet groter mogen zijn dan de breedte van de kop, informeer hiervoor in de dierenwinkel. Bepoeder de insecten met vitamine- en mineralenpoeder. Daarnaast bestaat het dieet van een volwassen dier uit 5% zacht en zoet fruit. Vruchten zoals aardbei, banaan, perzik en mango zijn geschikt en worden bij voorkeur gegeven als beloning na het trainen of in de vorm van voedselverrijking. Was en droog het fruit zorgvuldig, want pesticiden kunnen de hagedis ziek maken, en stamp het vooraf fijn met een vork. Jongen tot de leeftijd van 1 jaar zijn strikt carnivoor en voer je dagelijks kleine insecten.
Voer een volwassen dier elke 2 dagen en bekijk de mate van vervetting, energie en groei om de voeding aan te passen. Wasmot- en meelwormen zijn iets vetter voer en voer je met mate om vervetting te voorkomen. Krekels, spinnen en sprinkhanen geven minder risico op vervetting en mogen daarom altijd gegeven worden. Voer de hagedis bij voorkeur ’s ochtends of in de namiddag en verwijder kort na het voeren de nog overlevende insecten of voorzie voedsel voor de insecten. De hagedis reageert gretig en enthousiast op voedermomenten, dus kijk uit bij het voeren zodat je niet gebeten wordt. De hagedissen vertonen reeds op jonge leeftijd voedselnijd, waarbij het ene dier het voer van het andere tracht af te nemen, hoewel er voldoende voedsel aanwezig is. Voedselnijd kan tot hevige gevechten leiden.
Voortplanting
Ga na of je verantwoordelijke kopers hebt voor de jongen voor je begint te kweken. De geslachtsbepaling is moeilijk omdat er weinig uiterlijke verschillen zijn tussen vrouwelijke en mannelijke dieren. Mannelijke dieren hebben feller gekleurde en grotere vlekken op de flanken en een forsere kop. Mannelijke dieren hebben ook een dikkere staartbasis ofwel twee verdikkingen naast de cloaca (opening voor de staart) waar de hemipenissen zitten. De geslachtsrijpheid wordt bereikt op 9 maanden.
Voor parelhagedissen begint de paartijd in natuurlijke omstandigheden na de winterslaap en dan zoeken ze elkaar op om te paren. Als je wilt kweken met je parelhagedis, dan moeten deze omstandigheden nagebootst worden, maar dit is tevens een delicaat proces dat gevaarlijk is voor de hagedis als het niet goed wordt uitgevoerd. Wacht ook voor het kweken met een vrouwelijke parelhagedis tot ze volledig volgroeid is (3 jaar) en in goede conditie is, om problemen bij het leggen van de eieren te voorkomen. Het paringsritueel is zeer gewelddadig en de potentiële partners (maar vooral het vrouwelijke dier) kunnen elkaar ernstig verwonden. Als je wilt kweken met je dier moet je rekening houden met enkele aandachtspunten: • Plaats na de winterslaap het mannelijk en vrouwelijk dier samen. Plaats nooit het vrouwelijk dier bij het mannelijk dier of omgekeerd in een terrarium waar een van beide dieren al een tijd verblijft. • Elke kennismakings- of paringssessie mag slechts 10 tot 15 minuten duren, nadien wordt het vrouwelijke dier uit het terrarium verwijderd. • Hou te allen tijde toezicht en grijp in bij overmatige agressie. Na de paring duurt het ongeveer 40 dagen voordat de 5 tot 22 eieren gelegd worden. In het wild graaft de vrouwelijke parelhagedis vooraf een nest in losse, vochtige aarde of zand, zodat de eieren verder in een stabiel microklimaat kunnen ontwikkelen. De temperatuur beïnvloedt of er meer mannelijke of vrouwelijke dieren uitkomen. Bij hoge temperaturen komen de eieren eerder uit en zijn het meer vrouwelijke dieren. Bij lage omgevingstemperaturen duurt het broeden iets langer en zijn er meer mannelijke nakomelingen. Afhankelijk van de temperatuur komen de jongen na ongeveer 85 tot 95 dagen uit het ei. In het terrarium van een vrouwelijke hagedis moet een legbak aanwezig zijn van minstens 50 x 50 cm (lengte x breedte) en 40 cm diep, gevuld met vochtige bodembedekker. Ook zonder paring kan ze behoefte hebben om eieren te leggen en het is daarom aangeraden altijd een legbak in het terrarium van een vrouwelijk dier te voorzien. De eieren kunnen eventueel in een broedstoof worden uitgebroed bij een temperatuur van 26°C met bij voorkeur nog een natuurlijke nachtelijke afkoeling. De jonge dieren zijn onmiddellijk na het uitkomen zelfstandig. Een opkweekbak met een temperatuur van 28 tot 32 °C met een plaatselijke hogere temperatuur van 40 tot 45 °C onder een warmte- of uv-lamp is geschikte huisvesting voor zeer jonge parelhagedissen. Gebruik de eerste twee weken geen bodembedekker, maar enkel keukenpapier of propere doeken om de tere huid niet te beschadigen. Voer ze tot de leeftijd van één jaar elke dag kleine insecten. Ze vervellen regelmatig tijdens hun groei en kennen groeisprongen. Besproei het terrarium dagelijks met water uit de plantenspuit om het vervellen te vergemakkelijken. Een groep jonge parelhagedissen heeft voldoende ruimte nodig, maar onderlinge agressie, vooral om het voer, is onvermijdelijk. Bij overmatige agressie en voordat ze territoriaal worden (9 tot 12 maanden), moeten ze worden gescheiden. Plaats nooit een jonge hagedis samen met een ouderdier om kannibalisme te voorkomen.
Ziekten en aandoeningen
• Metabolic Bone Disease (MBD) Symptomen:
vertraagde groei, vergroeiingen, zwakke botten en verdikte gewrichten, vaak aan het kaakgewricht, verlamming, incontinentie2 of constipatie3 . MBD komt voor bij zowel dieren in de groei als bij volwassen dieren. Bij dieren in de groei wordt het ook wel rachitis genoemd. Het ontstaat door een tekort aan uv-B-straling, die nodig is voor een goede opname van calcium. Calciumrijke voeding en goede uv-B-lampen zijn absoluut noodzakelijk om de aandoening te voorkomen.
• Inwendige parasieten bv. wormen, flagellaten, coccidia Symptomen:
lusteloosheid, verminderde eetlust veranderingen in de ontlasting, die soms donkerder of bloederig kan zijn. De symptomen zijn niet altijd duidelijk en beperken zich vaak tot algehele lusteloosheid en conditievermindering. Laat halfjaarlijks een mestonderzoek uitvoeren en steeds bij twijfel. Raadpleeg je dierenarts voor geschikte anti-parasitaire middelen. •
Uitwendige parasieten bv. bloedzuigende mijten en schimmels Symptomen:
jeuk, irritatie en soms verkleuring van de huid. Bekijk goed de tenen en oogranden. Contacteer steeds je dierenarts voor een correcte diagnose en behandeling. •
Onvolledig vervellen Symptomen:
vervellingen zijn onvolledig of duren lang, vaak constrictie van de huid aan de tenen, nagels, oogleden en bek. Een lauwwarm waterbad kan uitkomst bieden, dit weekt de oude huid los. Trek nooit zelf de vervellingsresten los en raadpleeg indien nodig een dierenarts voor de diagnose van een onderliggende oorzaak zoals vitamine A tekort, parasieten, slechte voeding, te droge lucht... •
Constipatie Symptomen:
weinig of geen mest, weinig eetlust, lusteloos. Verkeerde voeding, een te koude omgeving of te weinig vochtopname kunnen constipatie veroorzaken. Een lauwwarm waterbad kan de spijsvertering weer op gang te brengen. •
Dystocia bij vrouwelijke dieren (legnood) Symptomen:
onrustig gedrag, zoeken naar een geschikte nestplek, niet eten, een verdikking ter hoogte van het achterlichaam. In een later stadium: verlamming, spiertrillingen en aanvallen. Vrouwelijke parelhagedissen blijven reproductief actief, zelfs zonder de aanwezigheid van een mannelijk dier, zodat er zich problemen met de eileg kunnen voordoen bij vrouwelijke dieren. Contacteer onmiddellijk de dierenarts bij tekenen van onrust bij vrouwelijke dieren vanaf 9 maanden oud. Een permanente legbak in het terrarium van een vrouwelijk dier is aangeraden, want ook zonder paring kan ze behoefte hebben om eieren te leggen. De eieren zijn dan wel onbevrucht. •
Afwijkend gedrag of agressief gedrag Symptomen:
stereotiep gedrag, vluchtgedrag zoals wegrennen of duwen en krabben aan de wanden, veel bewegen of juist extreem weinig bewegen, apathie. Mogelijk wordt het dier door hormonale veranderingen in het paarseizoen overactief. In andere gevallen heeft het dier last van stress. Stress kost energie en hierdoor zoekt het dier mogelijk langduriger de warmte op. Laat medische oorzaken uitsluiten door je dierenarts. Verbeter de omgeving en voorkom stress.
Benodigde ervaring
Voor het op een verantwoorde wijze houden van dit huisdier is geen specifieke ervaring nodig.
Zorg wel dat u zich van tevoren goed informeert en koop bij een goede hobby kweker en NIET bij de plaatselijke dieren winkel.
Aanschaf en kosten
Een parelhagedis koop je bij een kweker of een gespecialiseerde reptielen winkel . Het is aan te raden om bij meerdere kwekers te gaan kijken voor je een parelhagedis koopt. Zo kun je direct zien wat er allemaal komt kijken bij het houden van het dier. Kies een verkoper bij wie de dieren er gezond uitzien, het terrarium en water proper zijn, het dier veel schuilplekken en een zonneplek heeft en er voldoende ruimte is in het verblijf.
De prijs voor een parelhagedis begint bij € 80,-
De aanschaf van een terrarium, juiste lampen en inrichting lopen op tot enkele honderden euro's
Ook dient u er altijd rekening mee te houden dat er dierenarts kosten kunnen optreden.