BOA
Nederlandse naam: Boa constrictor
Wetenschappelijke naam: Boa contrictor
Herkomst: Noord Mexico tot midden Argentinië
Leeftijd: 20 tot 25 Jaar
Dagtemperatuur: 26 - 29°c
Luchtvochtigheid: 60 - 80%
Geboorte: Eilevendbarend leggend
Activiteit: Nachtactief
Wetgeving: Cites B
Klimaat: Tropisch
Verblijf: Terrarium met minimale afmetingen van 120x50x50
Nachttemperatuur: 20 - 23°c
Verschillende varianten
Er bestaan diverse ondersoorten van de Boa constrictor. De Boa constrictor constrictor of
roodstaartboa is één van de grotere ondersoorten. Deze kan in extreme gevallen wel vier meter
lang worden, maar een gemiddelde van twee en een halve meter is gangbaar. Er zijn ook kleinere
ondersoorten zoals verschillende Boa constrictor imperator varianten uit Midden-Amerika. Deze
slangen zijn over het algemeen vrij rustig van aard en worden ongeveer 1,60 meter lang.
Sommige ondersoorten komen in verschillende landen voor, zij kunnen per gebied van elkaar
verschillen in karakter en lengte. Er komen in gevangenschap veel kruisingen van ondersoorten
voor. Daarnaast worden er allerlei verschillende kleurvormen gekweekt. De ‘gewone’ Boa
constrictor heeft vooral bruintinten, maar bij kwekers vindt u ook vele kleurvarianten zoals hypo,
pastel en albino.
Van nature
Boa's zijn vooral ‘s nachts actief en gaan dan op zoek naar kleine zoogdieren, vogels en
hagedissen. Ze kunnen niet horen maar gaan af op trillingen die door de grond worden
doorgegeven. Om zijn prooi te vinden gebruikt de Boa warmtesensoren, die boven zijn lip zitten.
Ook kan hij de lucht ‘proeven’ met een speciaal orgaan in het monddak, het orgaan van Jacobson.
De Boa wacht rustig tot er een prooi langskomt, grijpt hem en doodt hem door zich eromheen te
draaien en de prooi te verstikken. Daarna slikt hij zijn prooi in zijn geheel door. Gemiddeld vangen
wilde boa’s eens in de twee maanden een prooi . Na de maaltijd trekken ze zich een aantal weken
terug voor de vertering en een vervelling, voordat ze weer op jacht gaan. Een Boa vervelt
gemiddeld vijf tot zeven keer per jaar. Jonge dieren zullen vaker per jaar vervellen. Ook na een
besmetting van uitwendige parasieten kan een vervelling volgen.
Huisvesting
Een Boa leeft het liefste alleen. Als u toch meerdere boa’s bij elkaar wilt houden, dient u over een
groot terrarium te beschikken. Het terrarium moet stevig zijn en op slot kunnen, want slangen zijn
erg goed in ontsnappen. Overweeg om een terrarium te kiezen waarvan de deuren automatisch
sluiten. Kies een rustige plek, zo mogelijk trillingsvrij en uit de felle zon. De afmetingen van de bak
zijn afhankelijk van de ondersoort. Als vuistregel kunt u aanhouden dat de bak 2⁄3 slanglengte
breed, 1⁄2 slanglengte diep en ongeveer 60 centimeter hoog moet zijn. Door op halve hoogte een
plank aan te brengen waarop de Boa kan liggen, vergroot u het leefoppervlak. Boa’s moeten de
hoogte in kunnen, de ondersoorten die in bomen leven hebben het hoogste verblijf nodig. Ook
hebben boa’s behoefte aan een klimtak. Als bodembedekking kunt u bijvoorbeeld kranten, schors of turfstrooisel gebruiken. Slangen hebben graag een schuilplaats, bijvoorbeeld een grote
omgekeerde plantenpot, grote stronken of commercieel verkrijgbare grotten.
Om het terrarium te verlichten kunt u Tl-licht gebruiken of daglichtlampen die zo’n twaalf uur per
dag aan blijven. In het terrarium moeten verschillende warmtezones zijn zodat de slang kan kiezen
waar hij wil liggen. De temperatuur moet tussen de 26 en 35 graden Celsius liggen, met ’s nachts
een minimumtemperatuur van 20 graden en bij voorkeur 24 tot 26 graden. Als verwarming is een
warmtelamp geschikt, maar let wel op dat de slang zich er niet aan kan branden. De Boa heeft een
vochtigheidsgraad tussen 60% en 85% nodig. Een thermometer en een hygrometer zijn
noodzakelijk om het klimaat in de bak te kunnen controleren. Zorg ook voor voldoende ventilatie.
Verzorgen en hanteren
Boa’s kunnen vrij tam worden en ze zijn in de regel niet agressief. Deze wurgslang is niet giftig
maar kan, als hij zich bedreigd voelt, wel degelijk bijten. Tijdens het vervellen zijn boa’s eerder
geneigd om te bijten omdat ze dan kwetsbaar zijn, en doordat de huid voor hun ogen verdikt en
ondoorzichtig wordt, kunnen ze dan niet zien. Ook in het donker kunt u de Boa beter met rust
laten. Verder dient u er rekening mee te houden dat een vrouwtje met jongen behoorlijk agressief
kan zijn.
Een ander risico is dat deze sterke wurgslang uw hand voor voer aanziet; hij kan namelijk erg
slecht zien. Daarom is het verstandig om, als u de Boa moet hanteren, handen en armen te wassen
zodat er geen geur van voedseldieren aan zit. Gebruik een slangenhaak of til de Boa met twee
handen op. Til slangen groter dan twee meter met meerdere personen. Beweeg rustig maar aarzel
niet. Heeft u een jonge Boa, wen hem dan rustig aan vastpakken. Hang een Boa niet om uw nek.
Als de slang denkt te vallen, probeert hij meer houvast te krijgen en zal hij zich steeds strakker
klemmen.
Natuurlijk moet u de Boa uit de buurt van kinderen en huisdieren houden. Een goed (boa- én
kindbestendig) slot op het terrarium is dan ook een must.
Slangen kunnen de Salmonella bacterie bij zich dragen, die schadelijk is voor mensen. Was daarom
goed uw handen voor en na het hanteren van de slang of het schoonmaken van de kooi.
Ruim uitwerpselen en resten van vervelling op en controleer regelmatig het klimaat. De bodem
moet regelmatig verschoond worden en een paar keer per jaar dient het hele terrarium goed
schoongemaakt te worden. Het water moet ongeveer driemaal per week ververst worden.
Voeding
U kunt uw Boa voeren met dode of levende muizen of ratten. U kunt diepgevroren voedseldieren gebruiken die u op
kamertemperatuur geeft. Bied het dode voer liefst aan met behulp van een voedertang. Jonge boa’s eten
eens per week. Volwassen exemplaren voert u eens per twee tot vier weken, dit is afhankelijk van
de ondersoort van uw Boa, zijn leeftijd en het formaat van de prooidieren die hij te eten krijgt. Het
gebruik van een voerplank zorgt ervoor dat de slang geen bodembedekking binnenkrijgt tijdens het
eten.
Voer het voederritueel altijd op dezelfde manier uit, zodat uw Boa leert dat dit de enige situatie is
waarin hij mag bijten. Wanneer u meerdere slangen heeft, moeten de dieren tijdens het voeren
altijd uit elkaar gehaald worden. Het is namelijk erg moeilijk om wurgslangen weer uit elkaar te
halen als ze zich om dezelfde prooi klemmen.
In het terrarium dient altijd een goedgevulde waterbak aanwezig te zijn. Die moet zo groot zijn dat de slang er in zijn geheel in kan liggen, iets wat hij tijdens het vervellen vaak doet. Uiteraard moet
de waterbak gemakkelijk schoon te maken zijn.
Voortplanting
Er is enige ervaring nodig om mannetjes en vrouwtjes van elkaar te kunnen onderscheiden. Mannetjes
zijn meestal wat kleiner dan vrouwtjes en hebben een dikkere staartwortel. Als u zeker wilt zijn,
kunt u het geslacht bij een kenner laten bepalen.
De vrouwtjesboa kan sperma in haar lichaam opslaan en zo de bevruchting uitstellen. Daardoor
worden de jongen soms pas tien maanden na de paring geboren. Het vrouwtje broedt de eieren in
haar lijf uit. Dit duurt minstens 120 dagen. De eieren hebben een dun vlies dat bij de geboorte
openscheurt. Boa constrictors krijgen vijftien tot veertig jongen per keer. Ze zijn bij hun geboorte
dertig tot zestig centimeter lang. Na één tot twee weken vervellen ze, daarna kunt u beginnen met
voeren. De jonge slangen groeien in het begin erg snel en met tweeënhalf tot vijf jaar zijn ze
volwassen.
Ziekten en aandoeningen
- Dermatitis of schubrot
Symptomen: verkleuring van de schubben, later: waterige blaren die gaan infecteren.
Deze conditie komt voor bij dieren die gehouden worden bij een slecht klimaat in het terrarium of onvoldoende hygiëne. De geïnfecteerde blaren kunnen aanleiding geven tot o.a. bloedvergiftiging met de dood tot gevolg. Raadpleeg bij de eerste tekenen een dierenarts voor een behandeling en verander de huisvesting naar optimale condities voor het dier.
- Mondrot of stomatitis
Symptomen: gezwollen slijmvlies en etter rond de tanden, loskomende tanden, moeilijk eten.
Wordt veroorzaakt door slechte hygiëne of een secundaire aandoening. Contacteer de dierenarts.
- Luchtwegenklachten
Symptomen: lusteloosheid, opgeblazen lichaam, onrustige of snelle ademhaling, reutelende geluiden, geopende bek, niet eten, vermageren, slijmen in de bek, soms niezen.
Deze symptomen kunnen wijzen op een longontsteking, longmijten of –wormen, longabcessen of longkanker.
- Maag- en darmproblemen
Symptomen: stinkende en slijmerige uitscheiding, gewichtsverlies, niet eten, braken en slecht uitziende en ruikende mest.
Dit kan veroorzaakt worden door ziekte of stress of wanneer het dier net na het eten opgepakt wordt, maar is veelal parasitair (bv. wormen) of door bacteriën.
Monitor je dier en laat het na het opgeven van voedsel een week met rust. Als het dier na het aanbieden van een nieuw prooidier opnieuw zijn voedsel opgeeft, ga er dan mee naar de dierenarts. Laat halfjaarlijks een mestonderzoek (controleren op parasieten) doen, zo kan de dierenarts wanneer nodig medicatie geven.
- Problemen bij het vervellen
Symptomen: vervellen in stukken, onvolledige vervelling aan de oogkappen, infecties bij niet-vervelde delen.
Een gezonde slang vervelt in een stuk. Slangen vervellen door zich tegen ruwe voorwerpen te schuren en zich dan door middel van spiersamentrekkingen van de huid te ontdoen. Door stress (bv. bij nieuwe dieren), te lage luchtvochtigheid of onvoldoende ruwe oppervlaktes kunnen delen van de huid aan de slang blijven hangen. Verwijder deze door de python in een lauwwarm bad te laten weken en hem voorzichtig met de hand te verwijderen. Controleer de oogkappen en wrijf zacht met een wattenstaafje om het vel daar te verwijderen. Voorkom dit in de toekomst door de luchtvochtigheid te verhogen en zeker een proper lauwwarm waterbad in het terrarium te voorzien.
- Septicaemie of bloedvergiftiging
Symptomen: De huid in de nek verliest elasticiteit en blijft staan wanneer die wordt vastgepakt, stuiptrekkingen, languit liggen, apathie, open bek, puntbloedingen of opvallende roodverkleuring van de buikschubben.
Een bloedvergiftiging is geen op zichzelf staande aandoening. Een slechte hygiëne is een mogelijke de oorzaak, maar ook stress, een lokale infectie, wonden of parasitaire aandoening zijn gevaarlijk. Bacteriën geraken in de bloedbaan en besmetten het dier. Contacteer een dierenarts, een dier met sepsis zal altijd zéér ziek zijn.
- Inclusion body disease (IBD, arenavirus infectie)
Symptomen: verlamming, niet eten, niet aanvallen, problemen bij het vervellen, staren in de lucht, desoriëntatie, braken.
IBD wordt erg veel gezien bij boa’s. Op basis van recent onderzoek blijken 20 tot 40 % van de in gevangenschap gehouden boa’s geïnfecteerd te zijn. Slechts een beperkt aantal van de dieren ontwikkelt op korte of langere termijn de ziekte. De incubatieperiode is niet exact gekend, maar kan waarschijnlijk maandenlang duren en soms zijn er helemaal geen symptomen, maar is er wel virusuitscheiding waardoor andere slangen besmet kunnen worden. De ziekte wordt niet enkel overgedragen door rechtstreeks contact, maar eventueel ook via vectoren zoals ectoparasieten (bloedmijten) en voorwerpen (zoals borstels, kleding, handen). Een goede hygiëne is daarom uiterst belangrijk.
De diagnose kan gesteld worden door middel van het aantonen van typische virale inclusies in witte bloedcellen of het aantonen van het virus in het bloed, een mondkeelswab of orgaanstalen (PCR). Een bloedtest die antilichamen tegen het virus aantoont kan eveneens uitgevoerd worden, maar wijst enkel op eerder contact met het virus en niet noodzakelijk op infectie. Er is geen behandeling tegen IBD. Het is op dit ogenblik niet gekend hoeveel van de IBD geïnfecteerde boa’s op langere termijn effectief ziekte zullen ontwikkelen. Ingangscontrole, quarantaine en regelmatige screening van een collectie is daarom de boodschap. Hou IBD positieve boa’s nooit in dezelfde ruimte als pythons.
- Uitwendige parasieten bv. bloedzuigende mijten
Symptomen: vermageren, meer schuren en baden, zichtbare zwarte stippen (dode mijten) in het water, algehele lusteloosheid.
Zowel het dier als zijn huisvesting moeten worden behandeld.
Benodigde ervaring
Voor het op een verantwoorde wijze houden van dit huisdier is geen specifieke ervaring nodig.
Zorg wel dat u zich van tevoren goed informeert en koop bij een goede hobby kweker en NIET bij de plaatselijke dieren winkel.
Aanschaf en kosten
Koop uw boa altijd bij een goede kweker of terrarium speciaal zaak.
De aanschafkosten voor een Boa liggen nogal uiteen. Gemiddeld ligt de prijs rond 100 euro, maar
voor speciale kleurvarianten wordt veel meer gevraagd. Daarnaast zijn er aanschafkosten van het
terrarium en bijbehorende spullen. Ook de verlichting en verwarming van het terrarium kost geld,
dat kost al snel enkele honderden euro’s. Voor voedseldieren bent u per slang enkele tientallen
euro’s per jaar kwijt. Daarnaast kunt u voor kosten komen te staan als uw dier onverhoopt ziek
wordt.